Rapport Rekenkamer over functioneren energielabel

2 juni 2016

Rapport Rekenkamer over functioneren energielabel

De Algemene Rekenkamer, mw. Schoten (foto) heeft op 18 mei bevindingen gepubliceerd over het functioneren van het nieuwe energielabel dat in 2015 voor koopwoningen in werking trad. Het oordeel over het nieuwe label is kritisch.

Het rapport van de Algemene Rekenkamer voert een aantal belangrijke kritiekpunten op. Zo gaat het controleren op afstand, wat sinds het nieuwe label de procedure is, niet altijd goed. In 14 procent van de gevallen wordt ondeugdelijk bewijsmateriaal toch goedgekeurd. De controle moet daarom strenger en meer secuur worden uitgevoerd. Daarnaast is de Rekenkamer kritisch over het besparingseffect van het energielabel. In theorie zou het huiseigenaren moeten stimuleren om extra energetische renovaties te doen aan hun woning. Dit effect zou volgens een enquête onder huiseigenaren gering zijn. Veel woningbezitters vinden dat het label weinig inzicht biedt in de energiezuinigheid van hun woning en het besparingspotentieel.

Het toetsingssysteem van het oude energielabel, dat in 2008 werd ingevoerd, werkte als volgt: een huiseigenaar vroeg een energielabel aan. Een erkend deskundige voerde in de woning een fysieke controle uit aan de hand van 150 toetspunten. Op grond van de toetsing werd een label uit de reeks A (‘zeer energiezuinig’) tot en met G (‘zeer onzuinig’) toegekend.

Als aanbeveling voor minister Blok van Wonen en Rijksdienst stelt de Rekenkamer dat de tien toetspunten voor het label moeten worden uitgebreid. Hetzelfde geldt voor het aantal maatregelen waarvoor bewijsmateriaal voor moet worden aangeleverd. Daarnaast zou er beter toezicht moeten komen op toetsingsprocedures.

Reactie minister Blok

De minister voor WenR deelt onze constatering dat de betrouwbaarheid van het energielabel kan worden verbeterd. De minister tekent wel aan dat het vergroten van het aantal toetspunten of het aantal bewijzen dat moet worden overgelegd door woningeigenaren, hogere administratieve lasten en ontwikkelingskosten met zich zal meebrengen.
In ons nawoord merken wij hierover op dat wij de afweging tussen de hoogte van de lasten en de betrouwbaarheid van het energielabel beschouwen als een zaak tussen minister en parlement.

Over het toezicht geeft de minister aan dat de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) naar verwachting in mei 2016 met de controles op erkend deskundigen gaat beginnen.

De minister onderkent het belang van het monitoren van de effecten van het energielabel. Hij zegt toe om in 2017 een vervolgonderzoek naar de effecten en de achterliggende redenen te laten uitvoeren.

u kunt het rapport en relevante brieven bestellen bij VOOA via mail.

Energielabel