Klimaatmiljarden voor isolatie, warmtenetten en warmtepompen

3 mei 2023

Met alle extra maatregelen die het kabinet heeft aangekondigd moet het streven van 60 procent CO2-reductie, ten opzichte van 1990, haalbaar moet worden. De extra maatregelen zouden goed zijn voor een extra CO2-reductie van 22 megaton in 2030. Voor de duurzame warmtesector een belangrijke stimulans, want onder andere isolatie, geothermie, warmtenetten en warmtepompen kunnen op extra (financiële) steun rekenen.

Nederland heeft als doelstelling om in 2030 zijn CO2-uitstoot met tenminste 55 procent te hebben gereduceerd, ten opzichte van 1990. In het regeerakkoord is afgesproken dat een CO2-reductie van 60 procent daarbij het streven zou worden om die 55 procent reductie sowieso te halen.

Uit de meest recente Klimaat- en Energieverkenning (KEV) van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) bleek dat het kabinetsbeleid zou leiden tot een CO2-reductie van 39 tot 50 procent. Extra maatregelen waren daarom hoe dan ook noodzakelijk.

Lees ook: PBL: ‘Verduurzaming warmtevoorziening blijft achter’

Om 55 procent CO2-reductie te halen in 2030 schatte het PBL in dat er 12 tot 36 megaton aan CO2-equivalenten extra zou moeten worden gereduceerd. Om 60 procent te halen is er een extra emissiereductie van 23 tot 48 megaton nodig. Met de extra maatregelen – die optellen tot 22 megaton extra CO2-reductie – lijkt 55 procent reductie haalbaar, maar het streefdoel van 60 procent CO2-reductie in 2030 blijft buiten bereik.

Desondanks is Rob Jetten, minister voor Klimaat en Energie, tevreden met de extra maatregelen, want “Nederland heeft jarenlang achter de klimaatdoelen aan gehobbeld”. Volgens hem is het daarom tijd “om de grote sprong te maken”, hiervoor wordt 28,1 miljard euro uit het Klimaatfonds vrijgemaakt.

Eerder presenteerde het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Klimaat al zijn eindrapport. Veel aanbevelingen van deze onafhankelijke onderzoekers zijn aangenomen, maar hoofdzakelijk aan de subsidiekant. Het kabinet laat veel normerende maatregelen en prijsprikkels links liggen, vermoedelijk omdat het er de politieke steun niet voor heeft.

Isolatie moet energiearmoede gaan verhelpen
Daarbij wil het kabinet twee vliegen in één klap slaan met dit pakket door aan de ene kant in te zetten op maatregelen voor huurwoningen en aan de andere kant op circulariteit. Dit moet de lusten en de lasten van de energietransitie meer rechtvaardig gaan verdelen én het is gunstig voor het duurzame verdienvermogen van Nederland. De verdienmodellen van de toekomst gaan immers uit van een circulair productie en productieproces.

“Klimaatbeleid moet werken voor iedereen. Juist ook de mensen voor wie dat nu nog minder geldt. Daarom gaan we met subsidie stimuleren dat er meer zonnepanelen op huurwoningen komen te liggen en gaan we met voorrang aan de slag met de verduurzaming van de meest tochtige huizen in de meest kwetsbare wijken.”

Hoewel zonnepanelen op huurhuizen er expliciet worden uitgelicht zal deze verduurzamingsslag hoofdzakelijk met isolatiemateriaal gebeuren. Vanuit het Nationaal Isolatieprogramma wordt namelijk tot 2025 een kleine 3 miljard euro gereserveerd, bovenop het al toegekende bedrag van zo’n 500 miljoen euro. Voor zonnepanelen in de huursector slechts 50 miljoen euro. In de gebouwde omgeving moet zo 1,4 megaton CO2 extra worden bespaard.

Daarbij vindt het kabinet het van belang dat er meer met biobased materiaal wordt gebouwd en geïsoleerd. Hiervoor komen normeringen en financiële stimulering ter waarde van 200 miljoen euro. Verdere steun voor de warmtetransitie wordt met name uitgekeerd in de vorm van het financieel stimuleren van warmtenetten en warmtepompen.

Zo is er 868 miljoen euro tot 2025 voor hybride warmtepompen in de bestaande bouw, worden het ISDE-budget en het Warmtefonds met respectievelijk 290 miljoen euro en 300 miljoen euro verhoogd en wordt er voor de aanleg van warmtenetten en distributienetten in de glastuinbouw respectievelijk 1,4 miljard euro en 300 miljoen euro beschikbaar gesteld.

Lees ook: Warmtevoorziening zal in 2050 grotendeels draaien op all-electric en lage temperatuur oplossingen

In de landbouwsector kan er volgens het kabinet ook een forse extra slag worden geslagen met het reduceren van de CO2-uitstoot (stikstof is een andere discussie). De extra opgave van 5 megaton CO2-reductie in 2030 kan onder andere worden gehaald in de glastuinbouw door de invoering van een CO2-belasting in combinatie met de uitrol van warmtenetten en subsidie via de SDE++ voor de toepassing van warmtepompen.

Ook worden er flinke bedragen uitgetrokken tot 2025 voor het verduurzamen van het maatschappelijk vastgoed, in totaal zo’n 2,7 miljard euro. Voor de overige utiliteitsbouw zijn er de verplichte uitfasering van de slechtste energielabels – inclusief handhaving, energieprestatie-eisen en een ontzorgingsprogramma ter waarde van 50 miljoen euro.

Stimulering innovatie voor het toekomstige verdienvermogen
Voor het toekomstige verdienvermogen vindt het kabinet het belangrijk dat verschillende innovatieve technieken worden ontwikkeld. Deels om te kunnen zetten voor de energietransitie en deels om de Nederlandse economie van de toekomst vorm te geven.

Zo kan lage temperatuur geothermie op 100 miljoen euro rekenen, midden temperatuur ook op 100 miljoen euro en hoge temperatuur geothermie krijgt 52 miljoen euro tot 2025. De investeringen in de midden temperatuur geothermie komen ten goede aan het in kaart brengen van de ondergrond en bouwt voor op het SCAN-programma.

Lees ook: Landelijk bodemonderzoek start boringen: waar kan aardwarmte worden gewonnen?

De subsidie Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+) zal fors worden uitgebreid met onder andere 700 miljoen euro voor industriële demoprojecten van klimaatneutrale technologieën zoals waterstof en groen gas, 55 miljoen euro voor innovatieve technieken voor CO2-vrije warmte in de glastuinbouw, zoals waterstof in warmtekrachtkoppelingen en restwarmte van elektrolysers, en 625 miljoen euro voor demonstratie van ammoniakproductieinstallaties.

Om thermische warmteopslag in de gebouwde omgeving op te schalen trekt het kabinet 100 miljoen euro uit en er komt geld vrij voor elektrificatie van hoge temperatuur warmte en warmte- en koudeopslag. Voor haalbaarheidsstudies, demonstraties en opschaling hiervan wordt voor beide 450 miljoen euro uitgetrokken.

Dan zijn er nog de Meerjarige Missiegedreven Innovatie Programma's(MMIP’s) voor de gebouwde omgeving, die innovatiever en duurzamer (ver)bouwen moeten versnellen. Hier gaat 240 miljoen euro naartoe en de maatregel Energiebesparing koeling krijgt 437,5 miljoen euro erbij.

Maatwerkafspraken moeten ambitieuzer
Daarnaast zal de energie-intensieve industrie in 2040 netto klimaatneutraal moeten zijn, wat al het geval was omdat deze bedrijven onder het Europese emissiehandelssysteem vallen. Wat wel nieuw is, is de opgave van 5,2 megaton extra CO2-reductie in 2030.

Dit moet worden gerealiseerd door het opschalen van onder andere waterstof, recycling bij afvalverbrandingscentrales en het afschalen van verbranding bij deze centrales. Het kabinet stelt 222 miljoen euro aan subsidies beschikbaar voor de verduurzaming van verbrandingscentrales en 267 miljoen euro voor recyclingtechnieken. Ook komt er 150 miljoen euro vrij voor de aangescherpte energiebesparingsplicht.

Voor de maatwerkafspraken met de twintig grootste industriële vervuilers “verhoogt het kabinet het ambitieniveau”, ook al zijn er na anderhalf jaar nog maar vier afspraken gemaakt en stelt minister Jetten dat het inmiddels gaat om tien tot twintig van de grootste vervuilers. Hiervoor wordt 750 miljoen euro tot 2025 gereserveerd.

Ook worden nieuwe industriële productie-installaties op fossiele warmte-opwekking in de toekomst verboden en moeten vanaf 2027 alle plastics voor minimaal 25 tot 30 procent bestaan uit hergebruikt- of biomateriaal.

Verduurzaming moet ook in de belasting gaan lonen
De energiebelasting zal zo worden aangepast dat verduurzaming meer gaat lonen en vervuilers meer gaan betalen. Dat betekent een nieuw verlaagd tarief voor een deel van het gasverbruik van huishoudens en een apart belastingtarief voor waterstof. Daarbij zal het waterstoftarief lager komen te liggen dan het gastarief.

Ten slotte verdwijnt het fiscale voordeel voor kolen per 1 januari 2028 af en gaat het kabinet onderzoeken of en hoe de resterende fiscale vrijstellingen voor fossiele energie kunnen worden afgebouwd

bron: warmte365, 1-5-23.